Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [38]Hij acht het [39]ijzer voor stro, en het staal voor [40]verrot hout. 38. Menselijkerwijze van de beesten gesproken. Zie boven, hfdst.39 vs.21, en onder, vs.20. 39. Versta, de ijzeren wapenen, en zo in het volgende. 40. Hebreeuws, hout der verrotting.